Eisen ten aanzien van de bouw

Navigatie:  DEEL 2 - Basiselementen voor de voedselveiligheid > Bouw en inrichting >

Eisen ten aanzien van de bouw

Previous pageReturn to chapter overviewNext page

Bedrijfsruimten algemeen

Het is verplicht om adequate maatregelen te treffen om ongedierte te weren. Dit houdt in dat het bedrijfspand goed gesloten moet zijn. Kieren en andere openingen naar binnen moeten worden voorkomen.

 

Vloeren

Vloeren moeten in een deugdelijke, goed onderhouden staat verkeren, schoon zijn en eenvoudig kunnen worden schoongemaakt. Het vloeroppervlak moet uit afwasbaar materiaal bestaan dat ondoordringbaar, niet-absorberend en niet giftig is. Kunststoffen vloeren en betegelde vloeren voldoen aan de wettelijke eisen. Let er bij de aanschaf van de vloer op dat het materiaal ook duurzaam, slijtvast en slip vast is. Voor de overgang tussen vloer en wand wordt een gladde, holle plint geadviseerd die goed te reinigen is.

 

Afvoervoorzieningen

Afvoervoorzieningen zoals afvoeren in wasbakken, afvoerputjes en afvoergoten in de bedrijfsruimten moeten geschikt zijn voor het beoogde doel. Het ontwerp en de constructie moet zodanig zijn dat verontreiniging van producten wordt voorkomen. Dit houdt in dat deze, inclusief de afsluiters en roosters eenvoudig moeten kunnen worden gereinigd en gedesinfecteerd.

 

Plafonds

Plafonds moeten zo gemaakt zijn dat ophoping van vuil, condensvorming, schimmelgroei en het loskomen van deeltjes (bladderen) wordt voorkomen. Een afwasbaar systeemplafond voldoet aan deze eisen omdat hiermee leidingen worden weggewerkt en bovendien de platen uitneembaar zijn voor reiniging.

 

Ramen

De constructie van de ramen moet zodanig zijn dat er geen vuilophoping kan plaatsvinden. Ramen en vensters moeten dus glad worden afgewerkt. Schuin aflopende vensterbanken worden geadviseerd.

 

Ramen moeten goed afsluiten in verband met het weren van insecten. Mocht er tijdens de voedselbereiding een raam worden geopend, dan moet een hor worden voorgezet.

 

Ramen mogen nooit worden opengezet als dit kan leiden tot verhoogd risico op verontreiniging in het gebouw. In dit kader is het bijvoorbeeld niet toegestaan een raam open te zetten in de directe omgeving van afvalcontainers die buiten staan opgesteld.

 

Wanden

Wanden in bedrijfsruimten moeten glad en afwasbaar zijn. Het materiaal moet ondoordringbaar, niet-absorberend en bovendien niet giftig zijn.

 

Het betegelen van wanden is een mogelijkheid om aan de wettelijke eisen te voldoen. Een gladde afwerking kan echter ook op andere manieren worden gerealiseerd door kunststoffen wandpanelen te gebruiken. Let er daarbij op dat de naden glad worden afgewerkt met schimmelwerend kitmiddel of afwerk strips.

 

De wanden moeten minimaal tot en met het werkniveau aan de eisen voldoen. Het wordt echter geadviseerd om de wanden tot aan het plafond glad af te werken. Hiermee zijn de wanden in het geheel goed te reinigen. Dit bevordert de algemene hygiëne binnen de bedrijfsruimte.

 

Beschadigde wanden dienen te worden gerepareerd. Het aanbrengen van stootranden in gangen, magazijn, koelcel e.d. kan beschadigingen van wanden voorkomen. Uiteraard moet de stootrand ook reinigbaar zijn.

 

Leidingwerk moet zoveel mogelijk worden verwerkt in de wanden. Mocht het op de wand worden bevestigd, let dan op een voldoende ruimte tussen wand en leiding zodat hiertussen kan worden schoongemaakt.

 

Schakeldozen aan wanden dienen bij voorkeur worden uitgevoerd met afdekplaatjes zodat deze minder vervuild raken.

 

Deuren en tourniquetdeuren

Deuren moeten goed kunnen worden schoongemaakt en moeten beschikken over een glad, nietabsorberend oppervlak. Ook hier geldt dat beschadigingen moeten worden afgewerkt.  Kieren in de constructie van buitendeuren zijn niet toegestaan omdat dit het binnentreden van ongedierte in de hand werkt.

 

Verlichting

Bedrijfsruimten moeten voldoende worden verlicht zodat de hygiëne goed te beoordelen is.

 

Lampen in bereidplaatsen zijn bij voorkeur omkapt zodat wordt voorkomen dat glasdeeltjes in of op producten kunnen vallen bij eventueel aanstoten van de verlichting.

 

In plaats van verlichtingskappen kan ook gebruik worden gemaakt van lampen die zijn uitgevoerd met veiligheidsglas waarbij een speciale coating ervoor zorgt dat bij breuk van de lamp geen glasdeeltjes worden verspreid.

 

Ventilatie

Bedrijfsruimten moeten voldoende worden geventileerd zodat een te hoge temperatuur en luchtvochtigheid worden voorkomen.

 

De luchtstroom moet van schone naar vuile ruimten lopen. Geforceerde luchtstromen van besmette naar schone ruimten (bijvoorbeeld van toilet of afvalruimte naar de bereidplaats) mogen dus niet optreden.

 

Filters en andere onderdelen moeten eenvoudig toegankelijk zijn t.b.v. vervanging of schoonmaak. Ventilatieroosters kunnen in wanden, plafonds of ramen worden aangebracht. Ook hier geldt dat de afwerking reinigbaar moet zijn.

 

Afzuigkappen worden geadviseerd direct boven de plaatsen waar veel baklucht vrijkomt of dampen van vet of water ontstaan. De filters van de afzuigkappen dienen tevens eenvoudig toegankelijk te zijn om zeer frequente schoonmaak mogelijk te maken.

 

Routing

Ter voorkoming van besmetting van producten moet zoveel mogelijk rekening gehouden worden met de routing in het bedrijf. Probeer bijvoorbeeld te voorkomen dat de ruimten waarin met onafgedekte producten wordt gewerkt, een doorgang vormen voor medewerkers die vervuilde kleding dragen. Voorkom dat zwaar vervuilde materialen of producten in de bereidplaats komen. Situeer bijvoorbeeld uitstortbakken voor dweilwater buiten de bereidplaats.

 

Waterkwaliteit

Binnen het verkooppunt is de exploitant verantwoordelijk voor de kwaliteit van het drinkwater. Door verbouwingen, lekkage of slijtage van leidingen, kranen en koppelingen kan besmetting van water optreden waardoor het water niet meer aan de voedselveiligheidseisen voldoet.

 

Geadviseerd wordt om na groot onderhoud en verbouwing watercontrole te laten uitvoeren door een gekwalificeerd laboratorium.