Deze instructie valt buiten de scope van het voedselveiligheidssysteem Controleer de recente wetgeving voordat deze instructie toegepast wordt.
Per 4 maart 2011 is de Dierlijke Bijproducten Verordening van kracht (Verordening (EG) nr. 1069/2009) en uitvoeringsverordening (EG) nr. 142/2011.
Onder dierlijke bijproducten wordt verstaan: plantaardige levensmiddelen, dierlijke levensmiddelen en levensmiddelen die zowel van plantaardige als dierlijke oorsprong zijn en die niet meer bestemd zijn voor menselijke consumptie (‘voormalige levensmiddelen’). Dit zijn producten van dierlijke oorsprong maar ook producten met ingrediënten van dierlijke oorsprong zoals eiwitten, gelatine, melk, oliën en vetten. Deze voormalige levensmiddelen zijn een dierlijk bijproduct categorie 3.
De producten zijn niet meer bestemd voor menselijke consumptie om de volgende redenen: kapotte verpakking, verlopen houdbaarheid, productieproblemen, verpakkingsproblemen of andere problemen die geen risico voor de volks- of diergezondheid inhouden. Voor meer informatie zie NVWA informatieblad 84: voormalige voedingsmiddelen bij detaillisten
Het doel van de Verordening is ongewenste dierlijke producten te weren uit de menselijke en/of dierlijke voedselketen. Dit doel wordt bereikt door regels te stellen voor verzameling, merken, verwerking, verwijdering en opslag van dierlijke bijproducten (vlees, zeevis, melk, zuivelproducten).
Toepassingsgebied van de Verordening
De regels van de Verordening gelden alleen voor verkooppunten van motorbrandstoffen van wie het afval dierlijke bijproducten bevat.
Voormalige levensmiddelen moet u verzamelen in gesloten nieuwe verpakkingen en deze duidelijk markeren als categorie 3-materiaal. Deze moet u gescheiden opslaan en vervolgens verzenden naar:
- een erkend categorie 3-opslagbedrijf
- een erkend categorie 3-verwerkingsbedrijf van dierlijke bijproducten
- een erkende categorie 3-biogas- of composteerinstallatie
Ten behoeve van traceerbaarheid moet u de registratie met betrekking tot afvoer van categorie 3materiaal tenminste 2 jaar bewaren. Deze gegevens moet u kunnen verstrekken aan de NVWA.
Let op!
Wanneer per week niet meer dan 20 kg categorie-3 materiaal afgevoerd wordt, mag u deze afvoeren bij het restafval en hoeft u geen registratie hiervan bij te houden.