Reiniging

Navigatie:  DEEL 2 - Basiselementen voor de voedselveiligheid > Reiniging en desinfectie > Werkwijze >

Reiniging

Previous pageReturn to chapter overviewNext page

Reinigen doet u met behulp van een reinigingsmiddel. Dit middel maakt het vuil los van het oppervlak. Spierkracht (borstelen, schrobben) en gebruik van warm water kunnen dit proces versnellen. Tijdens het naspoelen worden opgelost vuil en resten reinigingsmiddel verwijderd.

 

Bij het reinigen wordt het opgebouwde vuil verwijderd en blijft een schone werkplek over voor de volgende shift.

 

Materialen in de bereidplaats die continu worden gebruikt, moeten ongeveer één keer per twee uur worden gereinigd zodat het besmettingsgevaar vermindert. Dit geldt voor werktafels, snijplanken, messen, tangen, lepels, schalen enzovoort.

 

Apparaten zoals ovens, grillplaten, vriezers en koelingen hoeven niet tussentijds te worden gereinigd omdat micro-organismen geen kans krijgen tot snelle vermeerdering bij dergelijk hoge/lage temperaturen.

1.Verwijder grove resten vuil met behulp van keukenpapier. Demonteer apparatuur indien nodig.

2.Reinig het oppervlak met een reinigingsmiddel, controleer de juiste dosering en  watertemperatuur.

3.Spoel het oppervlak met water.

4.Droog het oppervlak eventueel na met keukenpapier.